Verhalen Michèle van Nesselrooij

Ik zie het als mijn opdracht om kinderen een basis mee te geven voor hun toekomst’

Michèle van Nesselrooij, zij-instromer kindcentrum Sterrenboom 

Hoe kijk je terug op je jeugd?

Waaraan ik de meeste herinneringen heb, is mijn basisschooltijd in Vught. Toen ik een jaar of zeven-acht was, zijn we vanuit Baarn naar Vught verhuisd. Daar heb ik een hele leuke tijd gehad op de openbare school. Mijn lievelingsjuf was juf Letty, een lief, aardig en warm mens herinner ik me. Het klikte meteen met haar. Thuis was een veilige open sfeer waarin alles besproken kon worden. Ik heb hele fijne lieve ouders. Nu ik zelf ook kinderen heb, heb ik steeds meer bewondering en respect voor hen. Nu begrijp ik hun reacties beter. Ik ben een paar keer op wereldreis geweest en heb een tijdje op Curacao gewoond. Toen ik dat aankondigde, was mijn moeder in eerste instantie verdrietig. Ik dacht: ik kom over een tijdje gewoon weer terug. Maar ik zou zelf ook niet zo blij zijn als één van mijn kinderen aankondigt: mam, ik ben er weg van. Mijn ouders hebben me altijd de ruimte gegeven, terwijl ze tegelijkertijd aangaven wat ze ergens van vonden. Mijn ouders liepen niet continu met een vangnet om ons heen. Hun houding was: dan ga je maar een keer onderuit, daar leer je van.

Appel en de boom 

Mijn vader had een hoge managementfunctie bij Mars als financieel specialist en mijn moeder is uiteindelijk burgemeester geworden. Die had een politieke drive. Toen mijn zus en ik uit huis gingen, heeft ze haar ambities in de politiek waargemaakt, eerst als wethouder en later als burgemeester. Daar ben ik heel trots op. Van die ambitieuze houding heb ik wel wat meegekregen. Zelf heb in de marketing en sales gewerkt in verschillende sectoren. Wat ik meekreeg van mijn ouders, is dat je niets vanzelf krijgt en dat je ervoor moet werken en niet te snel moet opgeven. Wij hadden het financieel best oké, maar niets was vanzelfsprekend. We werden ook nooit bang gemaakt voor de boze wereld. We wisten zelf heel goed wat wel en wat niet kon, waar de grenzen lagen. Ik hoop dat ik het net zo goed doe als mijn ouders. 

Het onderwijs. Wat maakte dat je daarvoor ging? 

Ik zat in de commerciële wereld. Leidinggeven, management, hartstikke leuk. Ik heb in die tijd supermooie dingen gedaan. En toen werd ik mama en toen veranderde er heel veel met mij. Ik werd pas laat moeder, op m'n achtendertigste, en toen kwam er een innerlijke strijd. Dat ik in één keer wèl om vijf uur naar huis wilde. Thuis stond zowel die laptop als dat kleintje te schreeuwen. Ik moest dus gaan kiezen. Om een lang verhaal kort te maken, ik kwam in de knoop met mezelf, zag het even niet meer zo zitten en toen ben ik met behulp van een bedrijfspsycholoog op zoek gegaan naar wat ik dan wel wilde. Waar zitten mijn waarden en normen? Waar word ik blij van? Wat vind ik leuk?

 

Mijn kracht inzetten

Vroeger vond ik het prachtig om met jongeren te werken, kinderen van vijftien tot zeventien jaar. Dat heeft me altijd wel geboeid. Wat ik in het bedrijfsleven leuk vond als leidinggevende was het coachen van mensen. Zeker als ik op een gegeven moment progressie zag in de ontwikkeling. Uiteindelijk kwam er uit die gesprekken dat ik het moest zoeken in coachen mensen helpen, ondersteunen of begeleiden. Op een gegeven moment kreeg ik een hint, een mail vanuit het UWV over het zij-instroomtraject. Dat heb ik zeker zes keer gelezen en vervolgens met mijn man besproken wat de impact zou zijn van die keuze. De invloed op privé, studiebelasting en inkomen. Want eerlijk is eerlijk, ik was gewend aan een royaal salaris.

Over de drempel

Na goed overleg, ook met mijn ouder en mijn zus, heb ik besloten om de stap te zetten en daar ben ik nog steeds super blij mee. Het is een hele andere wereld en dat is nog steeds af en toe wennen. Het vraagt veel, maar het brengt ook heel veel. Het is fijn te merken dat ik echt iets toe kan voegen met mijn achtergrond. Wat ik vooral terug hoor van collega’s, is dat ik goed kan doorpakken en niet snel ‘nee’ accepteer. Ik vraag ook altijd naar het waarom. Waarom doen we de dingen zoals we ze doen? Ze kennen mij hier wel als kritisch. Wat ligt er voor motivatie of plan onder een keuze? Is het echt noodzakelijk is? Moeten we dat nu doen of kan het wachten?

 

Leren en verbeteren

In het bedrijfsleven moest je altijd verantwoorden waaraan je geld uitgeeft. Wat ga je ermee oplossen? Wat willen we hiermee bereiken? Het is overigens niet verkeerd om voor resultaten te gaan. Het is immers onze toekomst die hier op school zit, dus die lever je zo goed als mogelijk af. Ik vind het wel fijn als er af en toe iemand even meekijkt of ik het op de goede manier aanpak. Ik verwelkom tips en tricks om beter te worden in wat ik doe. Ik vind het fijn als er iemand in de klas meekijkt. Af en toe merk ik hoe leuk het is dat ik wat ouder ben, dat ik wat levenservaring heb. Ook de reizen die ik heb gemaakt, vormen mooie aanleidingen om te vertellen over de wereld.

Antwoorden zoeken 

Ik vind het onderwijs onwijs leuk, maar ik vind het ook vaak wel spannend.

Want ik hebt hier toch 28 kinderen, een combinatie groep zeven-acht. Ik moet op de hoofdvakgebieden per kind weten hoe ze het doen. Zitten ze op het juiste niveau? En zo niet, wat dan? Wanneer moet ik aan de bel trekken? Wanneer kan ik het nog even laten? Dat vind ik ook wel heel gaaf, dat onderzoekende. Wat kunnen we dan? Welke opties hebben we? Ik vind het fijn om plannen te maken voor kinderen, om ze op een hoger niveau te krijgen.


Komen collega's wel eens bij jou om raad?

Ja, ik merk wel dat mijn mening of input gevraagd wordt. Niet zozeer op het gebied van onderwijskundige onderwerpen, maar meer in het algemeen. Bijvoorbeeld als het gaat om personeelszaken of om moeilijke gesprekken. Daar heb ik immers veel ervaring mee. Dan geef ik tips over hoe je die gesprekken aangaat. Ik bied geregeld aan om mee te kijken. Als er bijvoorbeeld een brief uit moet of een mail. Ik vind het fijn als ik kan helpen. Zij helpen mij natuurlijk ook met heel heel veel punten. Dus dan kan ik wat terug doen.

Op welke punten wil je zelf nog ontwikkelen?

Dat zit vooral in de lesstof goed eigen maken, het toewerken naar de leerdoelen en de leerlijnen. Dat is voor mij natuurlijk nu nog ieder jaar nieuw geweest. Ook de uitleg van leerstof is zoiets. Soms heb ik iets op vier verschillende manieren uitgelegd en nog valt dat kwartje niet. Dat vind ik moeilijk. 

Welke kwaliteiten zet je in?  

Ik heb redelijk snel door of een kind ergens mee zit of ergens op vastloopt. Dan trek ik aan de bel bij de intern begeleider of de directie. Ik zie altijd alles, dat hoor ik vaak terug van kinderen. k vind het heel leuk om dingen te bedenken, waardoor ik ze ze even aan het denken zet. Ik heb ze pas gevraagd om hun persoonlijke doel voor de rest van dit schooljaar op te schrijven. In iedere weektaak die ze krijgen nemen ze dat doel mee. Dat ze er telkens bij stilstaan en erover nadenken. Wat heb ik nodig om dit te laten slagen? 

Waar word je blij van? 

Ik vind deze groep zeven-acht zo leuk. Dat is echt mijn ding. Ik vind het leuk om een discussie aan te kunnen gaan en ook gewoon een keer te kunnen zeggen: doe effe normaal man. Wat ik ook leuk vind bij deze populatie, is dat het op sociaal-emotioneel vlak wat meer vraagt dan een school in Vught bijvoorbeeld. Wat ik gaaf vind, is om juist deze kinderen iets bij te brengen, zodat ze over 20 jaar denken: goh, die juf had toch best wel een punt. Waar ik van geniet, is als kinderen in één keer heel erg gedreven zijn om een goed resultaat te halen. Dat ze beseffen dat ze iets zelf voor elkaar kunnen krijgen. Hoe mooi is dat?

Hoe is het om te werken in het onderwijs? 

Het is leuk, het is soms aanpoten. 

Maar wat het werken in het onderwijs voor mij onderscheidend maakt, is dat je elke dag samen met je collega's bezig kunt zijn met het ondersteunen van de ontwikkeling van kinderen. In het bedrijfsleven gaat het vaak teveel over de omzet en te weinig over mensen. Dat is in het onderwijs precies omgekeerd. Aan vergaderingen moet ik nog steeds wennen. Iedereen mag overal wat van vinden. Ik denk vaak: neem gewoon een besluit. Ik ben ook vaak degene die vraagt: dus wat is nu de conclusie? Hoe gaan we dit concreet maken? Het is fijn als er in een team verschillende kwaliteiten vertegenwoordigd zijn.

Wat zou jij tegen mensen willen zeggen die zich oriënteren op een baan in het onderwijs?

Als je al enigszins affiniteit hebt met anderen helpen of kennis overdragen, ga dan eens kijken op een school. Laat je rondleiden. Ervaar wat het is en voel of het bij je past. Natuurlijk speelt het een rol in welke omgeving je terecht komt. Het kan zijn dat je op de ene school hard wil wegrennen en dat je op de andere school niet weg te branden bent. Ik zou daarom zeker op meerdere scholen gaan kijken. Ik vind mijn nieuwe baan in ieder geval fantastisch, vooral dat ik die kids iets meegeef waar ze de rest van hun leven iets aan hebben. En het is meegenomen dat mijn management skills daarbij ook nog steeds van pas komen.